Bij wisseling van werkgever kan voor de bijtelling een nieuwe keuze gemaakt worden. Van rittenregistratie naar bijtellen, of andersom. Maar let wel op de privékilometers.
Omdat de bijtelling voor privégebruik van een auto van de zaak via de loonadministratie van de werkgever loopt, hebben werknemers met zo’n auto de mogelijkheid om bij wisseling van werkgever ook te wisselen van bijtellingskeuze.
Ieder van beide werkgevers is verantwoordelijk voor de loonheffingen over de periode waarin de werknemer bij dat bedrijf in dienst is. Als dat niet het hele jaar is, moet er bij gebruik van een rittenregistratie gekeken worden naar een tijdsevenredig deel van het maximale aantal privékilometers dat in zo’n geval geldt. Dat maximum is 500 km op jaarbasis.
Omdat bij de nieuwe werkgever een nieuwe periode begint, kan de werknemer er voor kiezen om bij die nieuwe werkgever alsnog privé met bijtelling te gaan rijden als hij bij de vorige werkgever een rittenregistratie had, of andersom.
Stel bijvoorbeeld dat iemand vanaf 1 januari tot 1 oktober bij werkgever A werkt. In die periode is het privégebruik 300 kilometer. Dat is minder dan 9/12 van 500 km. Er hoeft geen bijtelling bij het loon geteld te worden. Vanaf 1 oktober werkt hij bij werkgever B en rijdt hij tot het einde van het jaar 1500 km privé. Vanaf 1 oktober wordt er dan een bijtelling bij het loon geteld. Daarop worden loonheffingen ingehouden.
Wisseling van werkgever biedt dus mogelijkheden voor de bijtelling, maar let wel op het tijdsevenredige karakter van de 500 kilometergrens.
Bron: Auto en Fiscus