Op 1 september 2017 wordt de officiële NEDC-meetmethode voor brandstofverbruik en CO2-uitstoot van nieuwe auto’s vervangen door de WLTP-test. Belangrijkste reden hiervoor is dat de zogeheten “Worldwide Harmonized Light Vehicles Test Procedure” een realistischer beeld geeft van het praktijkverbruik.
Waarom WLTP?
De NEDC-testmethode (New European Driving Cycle) ligt hevig onder vuur, omdat de resultaten te veel afwijken van de werkelijkheid. Deze gestandaardiseerde laboratoriumtest is achterhaald en biedt te veel ruimte om de testresultaten veel gunstiger te laten uitkomen dan in de praktijk haalbaar is.
Sinds de invoering van gestandaardiseerde verbruiksmetingen in de jaren tachtig zijn auto’s niet alleen zuiniger, maar ook luxer en veiliger geworden. Moderne auto’s hebben steeds meer voorzieningen aan boord die de auto zwaarder maken en het verbruik nadelig beïnvloeden. Daarmee houdt de NEDC-test geen rekening. Daardoor is het verschil tussen theorie en praktijk steeds groter geworden.
Hoe wordt getest?
Het is en blijft onmogelijk om de vele variabelen die van invloed zijn op het verbruik van een auto geheel te vangen in een laboratorium. Ook bij de nieuwe WLTP-test zullen de meetresultaten afwijken van de praktijk, maar de metingen zijn wel nauwkeuriger.
Ten opzichte van de NEDC omvat de WLTP langere testsessies met kortere periodes van stationair toerental, langere afstanden, hogere snelheden, meer testfasen en lagere omgevingstemperaturen. De test beperkt zich ook niet tot een bepaalde uitvoering, want ook de invloed van optionele voorzieningen wordt meegenomen.
Real Driving Emissions
Behalve de in het laboratorium uitgevoerde WLTP worden auto’s straks ook in de praktijk – dus op de weg – onderworpen aan de RDE-test (Real Driving Emissions). Hier worden de emissies van verontreinigende stoffen, zoals de hoeveelheid fijnstof (PN) en stikstofoxiden (NOx), direct op de weg gemeten voor een realistisch beeld van de werkelijke uitstoot.
Waar en wanneer?
Alle nieuwe auto’s die verkocht worden in de EU-lidstaten moeten volgens de WLTP getest worden. Behalve de EU-lidstaten hebben ook Zwitserland, China en India ingestemd om de WLTP wettelijk te verplichten.
Met ingang van 1 september 2017 is de nieuwe testprocedure verplicht voor nieuwe modellen die vanaf die datum op de markt komen. Bestaande modellen met een op de NEDC-gebaseerde typegoedkeuring hoeven nog niet opnieuw te worden getest.
Een jaar later, op 1 september 2018, is de nieuwe testmethode verplicht voor alle nieuw verkochte modellen, met uitzondering van uitlopende series waarvan het opvolgmodel in de startblokken staat. Met ingang van 1 september 2019 moeten alle nieuw verkochte voertuigen beschikken over een CO2-waarde volgens de WLTP.
Wat zijn de gevolgen?
De invoering van de WLTP heeft in Nederland heel wat voeten in de aarde. Aan de hand van de CO2-uitstoot wordt immers de hoogte van de BPM (belasting van personenauto’s en motorrijwielen) vastgesteld. De CO2-waarde is dus ook bepalend voor de consumentenprijs en de fiscale bijtelling bij zakelijk gebruik.
Aangezien de meetmethode van de WLTP de praktijk dichter benadert, zullen de verbruiks- en CO2-waarden voor alle voertuigen hoger uitvallen ten opzichte van de NEDC-resultaten.
Het is uiteraard niet de bedoeling dat automobilisten alleen als gevolg van een nieuwe testmethode meer gaan betalen. De CO2-uitstoot van de auto verandert immers niet. Om de overgang van NEDC naar WLTP soepel te laten verlopen, is de omrekenmethode ‘CO2mpas’ bedacht. Hiermee worden de WLTP-resultaten omgerekend naar NEDC-waarden.
Dankzij deze rekenformule is het voor Nederland mogelijk om tot eind 2018 de huidige BPM-tabellen te handhaven. Vanaf 1 januari 2019 gelden uitsluitend de WLTP-cijfers voor de BPM-berekening. Deze ‘nieuwe verordening’ in de EU betekent overigens dat in Nederland een wetswijziging noodzakelijk is.
Bron: Autorai.nl